Duurzame restauratie van afgebrand bos in Bolivia

Man aan het wandelen door de bebossing
01 oktober 2021

2019, de Chiquitania, Bolivia. Rookpluimen vullen de lucht. Meer dan 3 miljoen hectare, een gebied groter dan België, brandt op enkele maanden af. Een ramp voor de planten, dieren en mensen die er wonen. Dankzij de warme steun van Iris kon BOS+ een restauratieproject op poten zetten en positieve actie ondernemen.

Na de bosbrand

Het laatste klimaatrapport van het International Planet on Climate Change (IPCC) waarschuwde ons al: de klimaatcrisis is nu bezig, en grijpt om zich heen. De bosbranden in Bolivia zijn daar een symptoom van. Ze worden bovendien groter en heviger, en steeds grotere stukken bos gaan in vlammen op.

Man een plant aan het planten

Wanneer een bos afbrand komt de grond braak te liggen. As bedekt de opgebouwde bosbodem van jaren voordien en is eigenlijk redelijk vruchtbaar. Alleen, zo’n kaal stuk land is ook blootgesteld aan de brandende zon, droge wind en het kan moeilijker water vasthouden. Nieuwe plantjes schieten er snel in op en hebben de mogelijkheid om op een natuurlijke wijze het stuk te herbebossen, tenminste wanneer er goede bestuivers in de buurt groeien. Een kleine mogelijkheid, want jonge planten zijn veel kwetsbaarder en meer vatbaar voor sterke wind en ook minder bestand tegen lange droogteperiodes. Natuurlijk herstel houdt dus grote risico’s in en biedt weinig zekerheid op lange termijn.

Verdere degradatie voorkomen

Daarnaast is het stuk grond waar vroeger bos op stond heel aanlokkelijk voor de grote agro-industrie. Landbouwgrond wordt steeds schaarser, dus wanneer bos afbrand en de vruchtbare bodem vrijkomt, palmen ze die graag in. Grote plantages van onder meer maïs voor veevoeder of katoen putten de bodem snel uit, worden overbemest, souperen veel watervoorraad uit de bodem op. Daarbovenop verdwijnen hierdoor grote stukken leefgebied van heel wat diersoorten.

Als de boeren vervolgens water uit de bodem beginnen te halen om hun akkers te bewateren, wordt nabijgelegen bos nog droger. Met meer droogte en dus meer bosbranden tot gevolg, maar meer landbouwgrond voor de agro-industrie. Een vicieuze cirkel, die een slimme aanpak vraagt om hem te doorbreken.

Hoeders van het bos

Tijdens de hevige vuurhaarden in de Chiquitania in 2019 bleken sommige delen bos beter bestand tegen bosbranden dan andere. Waar BOS+ inheemse gemeenschappen ondersteunde om aan duurzaam bosbeheer te doen, werden branden sneller opgemerkt en aangepakt. De training en organisatie van brandpreventieteams, die BOS+ eerder al deed bij gemeenschappen uit de Chiquitania, wierp zijn vruchten af.

Dat deze gemeenschappen hun bos in eigen beheer hadden en dat ze de waarde van bos inzagen en konden gebruiken, deed hen strijden om hun kostbare bomen te beschermen. Ze deden het betere dan andere bossen, maar ook zij verloren grote stukken bos. Toch ligt hier de sleutel om restauratie van bos na een brand succesvol te maken op lange termijn.

Mensen bezig aan een boom

Het gaf BOS+ de zekerheid dat er geen betere hoeders van het bos waren dan de mensen die er afhankelijk van zijn. Ook Iris gaf ons het vertrouwen om, samen met het Vlaams Internationaal Klimaatfonds, de gemeenschappen uit zwaar getroffen gebieden te helpen hun afgebrande bos terug te laten groeien.

Bananen voor de studies

De familie van Veronica (foto) bijvoorbeeld, is nu verantwoordelijk om de groei van 300 planten op te volgen. Ze maken deel uit van de gemeenschap van Santo Rosario, samen met nog 11 andere families. Dankzij de steun van Iris plantten zij de almendra chiquitana, cedro, roble, morado en tajibo bomen. De familie plantte tussen de bomen zelf nog eens gewassen, waaronder maïs en bananen. De maïs die zij planten is voor eigen gebruik, in tegenstelling tot wat grotere landbouwbedrijven zouden doen. De zoon van Veronica verkoopt de bananen op de markt, waarmee hij zijn studies kan bekostigen.

Een duurzaam gebruik van hun land en de bescherming ervan is voor hen van levensbelang. Zo verzekert dit project een ecologisch herstel op lange termijn.

Ecologisch én economisch

Op een grotere schaal werd er met de steun van Iris en het VIKF meer dan 2500 bomen geplant met een sterke ecologische en economische waarde. Economisch, want één van de soorten is de Almendra Chiquitana, een voedzame en gegeerde amandelsoort. Alle plantjes werden bovendien lokaal opgekweekt, wat de lokale bebossingsindustrie ten goede komt.

Tijdens dit project leidde BOS+ ook enkele milieuambtenaren op, om een goed beheer en opvolging van de planten te verzekeren. “Tijdens een bezoek op het terrein hoorde ik dat er reeds tapirs waren gespot”, zegt Lien Merre, projectmedewerkster in Bolivia van BOS+. “Deze grote zoogdieren verspreiden heel goed de zaden van planten, wat helpt om onze aanplantingen uit te breiden.”